De wodkatrein

5 april 2011 - Shymkent, Kazachstan

Met Shymkent ontdek ik opnieuw een pareltje waar nooit een toerist komt. Na een nacht in een hotelletje en een ontbijt met als hoofdingrediënt spraakverwarring beland ik, op zoek naar wifi, in het plaatselijke winkelcentrum. Hier wordt het verschil met de vorige landen wel erg duidelijk: de Mega blinkt van nieuwheid en heeft naast een supermarkt die nauwelijks te onderscheiden is van de West-Europese op de benedenverdieping een schaatsbaan. 3 jonge Kazachen spreken me aan en stellen voor me die avond mee uit te nemen - zo een aanbod kan ik natuurlijk niet afslaan.


Eerst moet er nog gewerkt worden, naar ik versta bij het ministerie van justitie, dus ik ga alleen verder naar het museum voor de slachtoffers van de politieke repressie. U hoort het goed, in het land waar 2 dagen eerder de president zonder echte tegenkandidaten 95% van de stemmen haalde worden de slachtoffers van de politieke repressie geëerd. Die van Stalin en co om precies te zijn. Ik laat in zo'n geval met plezier een boodschap achter in het gastenboek.

Eén van de suppoosten, Danijar, probeert ondanks een taalbarrière vanjewelste iets over zichzelf te vertellen. Hij heeft nog gevochten in Afghanistan, tijdens de Russische belegering in de jaren 80. Om zijn punt kracht bij te zetten laat hij mij littekens op zijn been zien. De gevolgen van een landmijn. Naast zijn afkeer voor oorlog maakt hij me ten overvloede ook nog eens duidelijk wat voor een schrikbewind Stalin en zijn gezanten in Centraal-Azië gevoerd hebben. Het is pas sinds de Kazachse onafhankelijkheid, in 1991, dat de verdwijningen ten tijde van het Stalinistische bewind echt onderzocht zijn. In dat opzicht is het museum een terechte herinnering. Het geeft alleen nogal een schijnheilige uitstraling met een dictator als Nazarbayev aan de macht.

Die avond nemen Yerzhan, zijn broer en nog een vriend me mee naar een plaatselijk eetgelegenheid om de nationale schotel, beshbarmak, te proeven. Hoofdingrediënten zijn lang gekookt paardenvlees, uien en pasta. Niet bepaald licht verteerbaar maar al met al best smakelijk. Daarna voeren ze me met Yerzhans Mercedes uit 1992 (videoimpressie, let op de Kazachse rap) naar het station waar ik op de nachttrein richting Almaty spring.



In de restauratiewagon word ik begroet door een viertal vrolijke Kazachen die me uitnodigen om een glas wodka mee te drinken. Enige tijd later blijken het militairen te zijn onderweg naar het oosten van het land. Om ze kort te typeren: sumosmurf (redelijk gezet, zwarte gordel jiu-jitsu), sportsmurf (zeer gespierd en de enige die noch drinkt, noch rookt), commandosmurf (kortaf) en Engelse smurf (die 3 maanden cursus gevolgd heeft en zich daarmee zeer verstaanbaar weet te maken). Commandosmurf zit al 3 dagen non-stop op deze trein. Kazachstan is dan ook een gigantisch land. Mijn gelegenheidskamaraden een schier oneindige voorraad sterke drank bij te hebben en staan erop dat ik -disciplinegewijs- mee met hen blijf drinken. Dankzij enige terreinervaring met Oost-Europese drinkgelagen en de inheemse bodem weet ik het hoofd boven water te houden. Als om 1 uur 's nachts de buffetwagen sluit komt me dat redelijk goed uit en ga ik moe maar tevreden richting slaapwagon.

Foto’s