Gimme hope, Fergana

28 maart 2011 - Farg'ona, Oezbekistan

De taxichauffeur naar het station van Samarkand weet me te vertellen dat hij een green card bemachtigd heeft. De avond voorheen vertrouwde een ober me nog hetzelfde toe, met de precisering dat hij naar Florida wou voor het strand, het mooie weer en de dito vrouwen. The American dream leeft hier duidelijk nog volop. De ingenieur in een Oezbeekse goudmijn, naast me op de trein, heeft duidelijk geen behoefte aan een green card. Aan zijn pak en het feit dat hij de in de superklasse (waar ik door een fout van het boekingskantoor tegen mijn wil in beland ben) reist te zien is dat wel duidelijk.

Omdat er geen trein gaat tussen Samarkand en Ferganavallei in het oosten van het land, moet ik in de namiddag voor de rit Tashkent-Fergana wel mijn toevlucht zoeken tot een gedeelde taxi. Sint-Christoffel en de Turkmeense geluksklompen zetten daarbij een puike olympische prestatie neer in de categorie extreme bescherming op de baan. Ze verslaan achtereenvolgens kraters in de weg, overstekende ezels, fietsers zonder licht midden op een baan waar 100 km/u gereden wordt, douanecontroles, een registratiepost voor buitenlanders en de andere autobestuurders die zo mogelijk nog gekker zijn dan de onze.

Bij Sonja's huishotel in Fergana wordt mijn nationaliteit eer aan gedaan. 's Ochtends krijg ik er (verse) frieten bij het ontbijt, een weliswaar onverwacht maar daarom niet minder gesmaakt onderdeel. Vandaag staat Andijon op het programma, een plek met een recente geschiedenis die nog steeds zwaar weegt op Oezbekistan. De ordetroepen van de huidige president/dictator Islam Karimov doodden er in mei 2005 tussen de 155 en 1000 burgers. Aanleiding was de opsluiting van een twintigtal plaatselijke zakenlieden op verdenking van lidmaatschap van een (zogezegd fundamentalistische) islamitische organisatie en de daaropvolgende bestorming van de gevangenis door de bevolking. Zijn voornaam ten spijt gebruikt Karimov het (moslim)terrorisme als excuus voor een staalhard bewind en de totale onderdrukking van elke politieke oppositie en vorm van vrije pers. Zo zijn bijvoorbeeld de BBC-reporters verdreven en is de site van de BBC geblokkeerd. Op het plein waar de protestacties plaatsvonden is een groot monument te vinden voor de gesneuvelden van de tweede wereldoorlog. Over het recentere bloedbad vind je vanzelfsprekend niks.

De stad geeft 6 jaar na de feiten een vredige maar ijverige indruk met de bazaar als vanzelfsprekend centrum van alle bedrijvigheid. De plaatselijk moskee, die tot voor kort was omgebouwd tot een museum als represaille voor de volksopstand, blijkt opnieuw in gebruik. Niettemin blijven de meeste toeristen weg nog steeds uit deze stad. Dat maakt het voor mij een nog authentiekere ervaring. Als ik postvat op een terrasje word ik vrijwel onmiddellijk aangesproken en krijg ik de lokale bladerdeeg-met-spinazie en een ijsje voorgezet. Ik zie hier, en in de Fergana-vallei in het algemeen, ongelofelijk gastvrije mensen. De grotere invloed van de Islam herken je vooral aan kleine dingen: de ingekaderde Koranverzen thuis, mensen die bij aanvang van de taxirit een ritueel wasgebaar maken.

Margilon, de nabijgelegen stad die een dag later aan de beurt is, geeft dezelfde indruk. Ik bezoek er een fabriek dat zijdedraad spint en allerhande stoffen en tapijten weeft - Oezbekistan is de derde grootste zijdefabrikant ter wereld. Het leeuwendeel van het werk gebeurt er nog handmatig. Kleuren worden uit natuurlijke ingrediënten, zoals de alomtegenwoordige granaatappels, gewonnen. Al bij al krijg ik er een boeiend overzicht van het hele productieproces. Het is weer eens iets anders dan de eindeloze herhalingen van de heer Polo over steden die in overvloed beschikken over zijde.  

Meer dan de weverijen of vermeend terrorisme gaat de Ferganavallei me bijblijven door de enorme vriendelijkheid van zijn bewoners. De uitbater van een theehuis weigert iets in rekening te brengen en belt zijn zus die lerares Engels is om te vertalen. Medepassagiers in de marshrutka vragen bezorgd of ik wel een regenjas heb als er een hoosbui losbarst. De chauffeur en andere reizigers van de taxi naar Tashkent die me eten, thee en wodka aanbieden in een wegrestaurant. Kortom, de bevolking van een gebied dat geteisterd is door een bloedbad en jarenlange onderdrukking die haar goed humeur niet verliest. Dat geeft hoop.

Foto’s

1 Reactie

  1. Katrijn:
    11 april 2011
    Als frieten als ontbijt je al smaken, dan kan ik nog moeilijk geloven dat de rest van het eten er wel lekker is!
    En nochthans klinkt het altijd lekker...