Naar China, maar nog niet helemaal

9 april 2011 - Yining, China

Toen zat ik ineens om 7 uur 's ochtends, alleen, op de bus vanuit Almaty richting China. Een vehikel met Kazachse en Chinese opschriften, gevuld met een soort stapelbedden voor kortbenige lui. Na een paar stops op parkeerplaatsen vervoegt een clubje reislustige Kazachen mijn gezelschap. Onderweg passeert een vrachtwagen met een adres uit Maastricht, zoals je hier wel vaker afgedankte Europese voertuigen de revue ziet passeren.


Na een tijdje voorthobbelen bereiken we de woestijn. Dat die versierd is met plastic afval mag dan niet stroken met het romantische beeld, het is helaas wel de realiteit in een land dat weinig begaan is met ecologie. Het plastic paard dat we passeren is vermoed ik geen afval maar een vaag voorteken dat China nadert. Tegen de middag houdt de China-express halt voor een lunchpauze. Ik krijg laghman voorgeschoteld, een noedels-met-goulashschotel die erg in de smaak valt.

Als de bus zich weer in beweging zet hebben we er 2 nieuwe passagiers bij die enthousiast sloffen sigaretten beginnen te verkopen. Ook hier, op duizenden kilometers van de Servische grens, wordt lustig gesmokkeld - zo blijkt als iedereen behalve ik van rookwaar voorzien wordt. De grensovergang zelf duurt lang maar is niet echt lastig. Een vaag privébedrijfje (ik vermoed een bijverdienste van de overheid) probeert me nog een verzekering voor China aan te smeren maar mijn onkunde van de taal in combinatie met een resolute weigering (ik heb al een reisverzekering) brengt de verkoper uiteindelijk van dat idee af. Mijn medepassagiers worden allen voor 10 euro afgezet.  

De Chinese grenscontrole is nogal een cultuurshock. Er staat zowaar een bordje met informatie hoe je de grensbeambte kan evalueren, inclusief een knop met microfoon die je direct in contact met zijn overste stelt, mocht je klachten hebben. Het is iets waarover je in de eerder bezochte landen alleen over zou kunnen dromen. De Chinezen hebben hun PR duidelijk goed in handen, dat blijkt ook al uit het achtergrondmuziekje en de perfect bestraatte drievaksbaan die plotsklaps start na de grenspost.

Het duurt nog een hele tijd voor onze bus weer kan vertrekken maar voor de andere passagiers komt dat alleen maar handig uit: de gigantische hoeveelheid bagage (koekjes, sigaretten) die ze met zich meesleurden blijkt voor de winkeltjes net over de Chinese grenspost bedoeld. Zijderoute of niet, handel blijft een prima drijfveer om te reizen. Als we uiteindelijk rond een uur of 6 Yining bereiken wordt er zelfs nog een taxi voor me geregeld door de bezorgde tripgenoten. Over een compleet arrangement gesproken.

Yining is vooral door zijn etnische samenstelling een boeiende plek. Nog niet zo lang geleden was het grootste gedeelte van de bevolking hier van een Kazachs-Oeigoerse achtergrond. In 1997 braken hier nog onlusten los, met minstens 9 doden en 30 executies van activisten als gevolg. Oorzaak van de onvrede is wat de oorspronkelijke bevolking ziet als een pragmatische etnische zuivering door de massale import van Han-Chinezen in deze streek. Naar analogie wat met Tibet gebeurt worden tienduizenden immigranten uit het Oosten des lands hierheen gebracht. Het is vast geen toeval dat Yining nog zeer recent (2009) een aansluiting op het spoornetwerk kreeg. Op haar beurt gebruikt de overheid het onafhankelijkheidsstreven en de moslimachtergrond van de Oeigoeren (zeker na 9-11) als excuus om het bestuur hier zeer nauw te reguleren. Daarover in een volgend stukje (over Ürümqi) meer.

Ik heb het er een dag later over met Imam Mohammed, 32, vader van een dochter, en van Oeigoerse origine. Hij is de eerste die ik in vele dagen tegen het lijf loop die enig Engels beheerst. Dat niet alleen, hij spreekt ook Turks (dat tot dezelfde familie behoort als de streektaal), Russisch, Mandarijnchinees en Oeigoers. Imam vertelt dat de Oeigoeren zich hier duidelijk gediscrimineerd voelen en dat ondanks de iets ruimere kinderbeperkingen voor minderheden (2 kinderen ipv 1) de Chinese overheid dit soort regels met graagte gebruikt om de minderheden laag in aantal te houden. Van tijd tot tijd doet hij vertaalwerk in de nabijgelegen grootstad Ürümqi of in Almaty maar het grootste deel van zijn tijd spendeert hij in Yining. Daar is geen werk voor een goedopgeleide vertaler en dus is hij maar een kleren- en schoenenwinkeltje begonnen.


Yining vormt een heel interessante mix van Centraal-Azië en China. Er zijn nog steeds de bazaars, de typische hoedjes, advertenties voor halal-eten, het platte naan-broden en mensen met gezichten die ik al enkele weken zie. Maar het valt ook niet te ontkennen dat dit China is. Overal staan witte Chinese karakters op een rode achtergrond, klinken zangerige Mandarijntonen en wat prozaïscher rochelgeluiden. Het meest bizarre beeld dat me voor ogen staat is een Chinees met mondmasker tegen de luchtvervuiling die dat even naar omhoog schuift om een sigaret op te steken. Het illustreert nog goed de status die roken hier nog heeft: alomtegenwoordig en algemeen aanvaard. Er is een voorzichtige kentering te merken, zo is er nu een (theoretisch) rookverbod in restaurants en in sommige treinen. Veel heb ik er niet van gemerkt.

De Chinese grens is nu beslecht. Het echte China moet nog veroverd worden.

Foto’s

3 Reacties

  1. Hetty:
    27 april 2011
    Mooie verhalen Dieter! We hebben aan je gedacht bij onze laatste EB meeting... Geniet nog van je laatste weken!
  2. Richard:
    27 april 2011
    Ha Dieter, je blog wordt ook in Polen enthousiast gevolgd en met veel graagte gelezen. Ga zo (nog even) door. Bedankt voor je Kazachse kaart en vergeet niet de groeten te doen aan Chantal ;-)
  3. Katrijn:
    27 april 2011
    We zullen zorgen voor een goede pot stoverij als je terug bent. Na de goulash en het paardenvlees zal dat ook wel lukken :-)