Smuggling on the Orient Express

20 februari 2011 - Nis, Servië

Een grijze zondagochtend. Na een sportieve taxirit naar het station van Beograd is het nog even wachten voor de trein naar Istanboel vertrekkensklaar is. Een grijskrullende man van het licht chaotische reizigerstype vraagt me of ik ook naar Sofia ga. Pas na de derde keer herhalen begrijp ik hem, want hij spreekt de naam op een bijzondere manier uit. Later bedenk ik dat Claudio, want zo blijkt hij te heten, daar als Italiaan een goed excuus voor heeft. Een sensuele vrouwennaam schenk je bij het uitspreken meer aandacht dan een onbekende Oostblokstad.

We belanden in dezelfde coupé en wisselen reizigersclichés uit. Hij is onderweg naar Syrië voor een korte ik-moet-er-tussenuit-vakantie. Als voormalig medewerker van de Guide du Routard is het duidelijk iemand met de nodige kilometers ervaring. Bovendien ontpopt hij zich tot een heel handige bron van informatie voor mijn verdere tocht. Er lopen voorwaar nog mensen rond die het gevecht met de Turkmeense visumbureaucratie voor de lol aangaan!


De trein voldoet in alle opzichten aan de verwachtingen die het goedkope ticket schept: tot op de draad versleten, voorzien van een verwarming die alleen op maximum kan, gevuld met passagiers die om 1 uur 's middags de flessen sterke drank bovenhalen en bovenal onverklaarbaar traag. Tergend langzaam schuiven we op richting Oosten: via het Servische Nis naar de Bulgaarse hoofdstad Sofia en vandaar uit als nachttrein verder tot Istanboel. De Orient Express van de man in de straat.

Naarmate we de Servisch-Bulgaarse grens naderen wordt het steeds drukker. Een van onze verse medepassagiers staat opeens op en begint in allerlei verborgen hoekjes pakjes sigaretten te verstoppen. Almaar nerveuzer, tot er ogenschijnlijk iemand aankomt en hij dan maar snel zijn laatste waar aan de vrouw aan de overkant (type schoonmoeder-from-hell) overhandigt. Zonder veel poespas verdwijnen de sigaretten in haar decolleté. Aan de Bulgaarse grens staan we stil. Een horde fanatieke Hercule Poirots annex douanecontroleurs komt binnen en begint de hele wagon ondersteboven te keren. Plafonds worden losgevezen en verwarmingen opengehaald. Soms vinden ze waar ze naar op zoek zijn. De boezem aan de overkant slaan ze wijselijk over. Na een uitgebreid kat-en-muisspel rijden we na minstens een uur stilstand weer verder.

Een zucht van opluchting gaat door de trein en de tongen komen nu wat losser. Een pakje in Servië kost minder dan een euro, in buurland Bulgarije is dat 2.5 euro. Het verklaart waarom zo'n 90% van de passagiers opeens enorme hoeveelheden sigaretten blijkt bij te hebben. Alleen onze Macedonische coupégenoot zit er voor niks tussen - hij pendelt tussen werk (Bulgarije) en vrouw (Servië), elke week. De bus is veel sneller vertelt hij, maar ook duurder. Dat hij ondanks zijn opleiding als chirurg toch voor het goedkoopste alternatief kiest zegt veel over de levensstandaard hier.

De dokter bewijst ook zijn diensten als informant en vertaler. Dat laatste komt wel van pas als Claudio niet gehinderd door enige nuance een populair onderwerp denkt aan te snijden door zijn beklag te doen over de zigeuners. Ondanks bijval van de omringende mensen probeer ik me toch op de vlakte te houden - zoals ik eerder al schreef is dat best complexe materie en ik heb echt geen zin om op de rug van een bevolkingsgroep te scoren. Dan blijkt dat de creatieve rookwarenverstopper zelf een zigeuner is. Ik vrees even voor de sfeer maar met een handige draai weet Claudio ineens over te gaan op zijn voorliefde voor Tzigana-muziek. Dat lukt, en nog geen klein beetje. De verrassingszigeuner blijkt een heel muzikale familie te hebben en zingt zelf af en toe in een traditioneel groepje. Na een beetje aandringen wil hij zelfs wat zingen. Met excuses achteraf voor zijn wat lagere stem - hij had, naar eigen zeggen, net goedkope sigaretten gerookt.

Video: een zigeunerliedje

Video: een Servisch liedje

Wat later, het is dan al donker, komt de trein aan in Sofia. We nemen afscheid, de anderen stappen uit en ik begeef me naar een slaapcoupé, die beter comfort biedt en een voor die dag ongekende rust en privacy. Een verder weinig spectaculaire rit eindigt een ochtend later in het oriëntaalse oord Istanboel.

Foto’s

5 Reacties

  1. veronique:
    28 februari 2011
    :-) Sjemig, je maakt wel weer maffe dingen mee daar... Erg aangename afleiding zo. Mocht ik ooit die trein nog 's nodig hebben, dan zal ik ook een paar pakjes sigaretten meesmokkelen, gewoon, om me een beetje aan te passen aan de cultuur. :-)
  2. Remy:
    28 februari 2011
    Hoi Dieter, wat een geweldige dingen maak je mee en wat kun je op een geweldige manier over die avonturen schrijven! Heerlijk om te lezen zo tijdens mijn Peruaanse ontbijtje. Ik kan alleen maar zeggen: geniet van je reis en blijf zo schrijven!
  3. Marina:
    1 maart 2011
    Dit is kennelijk eerder regel dan uitzondering op dit soort grensstations. Ik had een soortgelijke ervaring in de trein van de Oekraïne naar Polen, waar de conducteur zelf honderden sloffen sigaretten in het plafond van onze coupé verstopt bleek te hebben. Ik was toch wel opgelucht dat ze dat tijdens de lange stop aan de grens niet hadden opgemerkt (en dat ik er op dat moment zelf niets vanaf wist). Sretan put!
  4. Marielle:
    1 maart 2011
    Hee Dieter!

    Wat mooi al die verhalen :)! Jeej jij maakt echt wat bijzonders mee zeg! Ik hoop dat je je rust gevonden hebt in die slaapcoupe en 'opgeladen' Istanboel hebt kunnen verkennen?! Geniet ervan!!

    Groetjes Marielle
  5. Liset:
    2 maart 2011
    wow dieter, jij bent een echte rasverteller, fantastisch om te lezen, alleen nog dat open haardje erbij en het is af maar dat is misschien iets voor als je terug bent! veel plezier met mn zussie in het prachtige Iran! vergeet niet 'dizzie' te proberen, erg lekker en voedzaam en is weer eens iets anders als kebab.. liefs